Beniamino Gigli wordt alom beschouwd als een van de grootste tenoren van zijn tijd en dé opvolger van de grote Enrico Caruso, die in 1921 overleed.
In 1914
won hij de eerste prijs bij een internationale zangcompetitie te Parma. Kort
daarop, op 15 oktober, maakte hij zijn operadebuut in de rol van Enzo uit La
Gioconda van Ponchielli in Rovigo. Deze rol maakte hem op slag tot een
veelgevraagde operazanger. In 1915 zong hij voor het eerst de rol van Faust uit
Mefistofele van Arrigo Boito, een rol waarmee hij vele malen debuteerde; op 31
maart 1915 in het Teatro Massio in Palermo, op 26 december 1915 in het Teatro
San Carlo in Napels, op 26 december 1916 in het Teatro Constanzi in Rome, op 19
november 1918 in La Scala te Milaan onder directie van Arturo Toscanini, en op
26 november 1920 in de Metropolian Opera te New York. Andere rollen die hij
vertolkte waren onder meer die van Rodolfo in Giacomo Puccini's La Bohème en de
titelrol in Umberto Giordano's Andrea Chénier.
In 1932
verliet Beniamino Gigli de Metropolitan Opera en keerde terug naar Italië, waar
hij in het midden van de jaren dertig ook in speelfilms ging optreden. Zijn
plaats bij de Metropolitan Opera werd ingenomen door zijn landgenoot Tito
Schipa.
Beniamino
Gigli - La Spagnola
Geen opmerkingen:
Een reactie posten